Proton/Ferrari

Met de vlam in de pijp gieren we Taman Negara weer uit. De wilde beesten telling staat welgeteld op twee tsjiktsjaks, drie grote mieren, een staart van een hornbill (grote vogel met grote snavel) heel hoog in de boom, een blinde/dove/demente hornbill op een hekje en Sjaak de leguaan die vlakbij onze hotelkamer huist..., bijzonder teleurstellend dus en daarom hebben we onszelf ook heilig beloofd dat we pas weer een regenwoud bezoeken alstie spectaculairder is dan die van Bukit Lawang met zijn orang oetans van vorig jaar.
Onze Proton, een auto van Maleisische makelij, die klinkt als een Ferrari maar dat zeker niet is :-), brengt ons terug naar Kuala Lumpur waar we zondag de vlucht naar Kota Bharu pakken. Sam en ik hebben op het hoogtepunt van onze stress in het regenwoud (met grote honger en nog zonder mijn onuitwisbare indruk op de locals over mijn geperfectioneerde valtechniek) een prachtig 'over the top' hotel geboekt, midden in KLCC, met twee slaapkamers, een bad op pootjes èn met een infinity pool op de 51e verdieping. Dat belooft wat...
Nadat we onze Protonvriend hebben afgeleverd bij de Herz balie en de daarop volgende taxirit met een debiele indiase taxichauffeur die in plaats van één wel twee stippen op zijn voorhoofd heeft, komen we aan bij The Face hotel......!
Sjongejongejonge, ik ben nog nooit in zo'n koel hotel geweest en het uitzicht..., al hangend over de zwembadrand, is het meest spectaculaire ooit!
Nu in Kota Bharu, de meest islamitische stad in Maleisië. Morgen bezoeken we een overdekte markt alwaar we, volgens overlevering, iets gaan meemaken wat we nog niet eerder geroken hebben :-).
De mannen in hun korte broek en ik geheel bedekt. Wassut vandaag even vergeten maar was in mijn, net boven de knie, jurk met korte mouwen een ware attractie qua Sharia.
Eerst maar eens proberen te slapen, in de kamer naast ons een Saudie gezin met vijf jankende koters...